“It’s gonna take a lot to take me awaaaaaay from you”. De klanken van all time favorite Africa van Toto klinken door de provisorisch aan het framewerk van het open busje vastgebonden boxen. De wind doet mijn blonde haren meedansen en de geur van bloemen die ik nog nooit ben tegengekomen dringt mijn neusgaten in. Maar dan stappen de eerste toeristen in: een groep jongens met de typische backpacker tanktops die érg enthousiast lijkt om te gaan vulkaan boarden. De net nog mooie muziek waar ik heerlijk op ging, wordt overstemt door Nederlands – what else – gesnater. Uiteraard op een volume dat mij als een mokerslag weer met beide voeten op de vloer van het busje neer doet dalen. Onmiddellijk bekruipt mij het gevoel dat ik een grote fout heb gemaakt: ben ik in dé tourist trap getrapt? Het is een gevoel dat ik de hele weg niet van mij af kan schudden.
VULKAAN BOARDEN OP DE CERRO NEGRO VULKAAN
Als adrenaline junkie kon ik de verleiding niet weerstaan. Zodra ik hoorde dat je met een snelheid van maximaal 100 km per uur een vulkaan af kon racen op een multiplex plaat was de keuze gemaakt: ik moest en zou gaan vulkaan boarden in Nicaragua. En dat heeft mijn vriend geweten. De arme man is meegesleept naar het hart van de actie (of in ieder geval de stad er vlak bij) en moest zichzelf maar een dag vermaken, want zo een toeristische activiteit doen, dat wide hij niet.
De bekendste en meest populaire plek om te vulkaan boarden in Nicaragua is bij León in de buurt. Cerro Negro is de machtige vuurspuwer waar de gemiddelde boarder met 30-50 km per uur vanaf zal suizen. Niet iedereen heeft de techniek om de 100 te halen (misschien maar beter ook). Het duurt ongeveer een klein uur om erheen te rijden, maar daar hoef jij je geen zorgen over te maken, want de tours vertrekken gewoon vanuit León zelf.
HOE LEUK WORDT DIT VULKAAN BOARDEN?!
Wanneer ik rond 8:00 uur de felgekleurde ommuring van het Nicaraguaanse hostel verlaat om mij in een net zo felgekleurde blauwe open busje naar het vulkanische gebied te laten vervoeren, voel ik een rommel in mijn buik. Oke, ik had mega honger (dat heb ik stiekem altijd #vreetzak), maar dit is meer gezonde spanning. En daar hou ik van. Het gevoel van wat gaat er komen en hoe snel zal ik gaan. Het gevoel dat alles mogelijk is. En toen stapte dus de medebackpackers in en verdween die heerlijke prikkelende sensatie als sneeuw voor de zon – of als lava uit een uitbarstende vulkaan (slechte grap). Tijd om het van mij af te schudden? Terwijl ik nog mee-neurie op Spaanstalige klassiekers die zowel het busje als de omgeving eromheen wakker doen schudden, weet ik dat ik er mijn best voor ga doen. Positieve houding: check. Zangtalent: uncheck.
DE WEG ERHEEN…
Zodra het gammele busje de kleurrijke stad achter zich laat, ben ik dankbaar dat het een open hekwerk in plaats van ramen is die de achterbak omheint. Afwisselend vindt de geur van bloesem en afval dat verbrand wordt langs de kant van de weg zich een weg naar mijn neusgaten. Geen vieze geur, maar een vuurgeur. En die vind ik stiekem wel lekker. De weg wordt hobbeliger, zandiger en we halen een paard en wagen in. Huisjes die alleen maar als hutjes of een shack te omschrijven zijn, staan er verloren bij. Lage palmbomen steken uit het grauwe vulkanische zand dat onze weg is geworden en ik ben nog steeds op zoek naar Cerro Negro, waar we vanaf zullen vulkaan boarden. Want die zie ik nog niet.
En dan rijdt het busje een helling af en verschijnt ons eindpunt. Twee vulkanen met een bruine gloed en een zwarte rakker die wel Cerro Negro moét zijn: immers zit er vast een logica achter zijn naam (Cerro Negro = zwarte heuvel). En die zwarte heuvel doet me verdomd vrolijk aan, zoals hij verschijnt te midden van de groene bebossing en planten met gele bloemen eraan. Hoe het vulkaan boarden zelf ook zal zijn: dit is nu al genieten.
…EN DAN OMHOOG
Met boards die met finesse tussen de riemen van de stugge katoenen rugzak gestoken zijn, begint de uur lange klim naar de top. Redelijk stijl, maar zeker te overzien. Gruis en grind knarsen onder mijn stevige wandelschoenen – want zo een slimmie dat ik die heb aangedaan ben ik dan ook wel weer. Water is geen overbodige luxe. En die was ik vergeten mee te nemen. Kwamen die luidruchtige Nederlanders toch nog weer van pas, want te gierig om hun water te delen waren ze zeker niet.
Op de rand van de vulkaan lopend, voel ik mij ondertussen bij momenten als een zeilboot verdwaald op zee: met moeite mij rechthoudend terwijl de sterkte wind op mijn board drukt als op een zeil. Even goed opletten dus. Pluspuntje: je loopt een paar honderd meter over die winderige rand, wat je wel weer een prachtig uitzicht geeft over de vier kraters – als je je evenwicht bewaart.
— lees hieronder verder voor de rit naar beneden —
Sta jij mentaal ook al bovenaan? Kijk meteen eens of er een mooie vlucht beschikbaar is:
UITBARSTING?
Op de top van 728 meter aangekomen kan ik er niet meer omheen. Het uitzicht is schit-ter-red. Zo op het zwarte gesteente staande, voel ik mij als een feniks die net uit haar as herboren is. Niet qua gevoel – want hoe voelt een Feniks zich? – maar puur qua omgeving. En op die berg as staande, neem ik alles in mij op. Het groen in de verte, de rode tinten zand die tussen het zwart verschijnen en de warmte die ik onder mij voel. Want steek je hand in het zand en je voelt de hitte van het kolkende magma dat zich een paar honderden meters onder jou bevindt. Gooi daar de geur van zwavel bovenop en je beseft je hoe ook deze vulkaan ieder moment zou kunnen uitbarsten. Zeker gezien de vele uitbarstingen die de vulkaan heeft gehad sinds de korte tijd dat hij bestaat – minstens 23 sinds het ontstaan in 1850. Een licht paniek momentje volgt wanneer ik op de rand van de krater zit en een stukje naar benden glijd. Weer waren daar die behulpzame handen om me omhoog te trekken.
Mister tourguide neemt ondertussen zijn taak serieus en vertelt alles over de omgeving en de vulkaan. Hoe Cerro Negro onderdeel is van bergketen Cordillera Los Maribios. Hoe het de jongste vulkaan van heel Midden-Amerika is. Welke landmarks we in de verte zien. Met gespitste oren volg ik hem een als een jonge pup om niks te missen, want dit maakt de ervaring nog beter.
SLIDE BABY SLIDE!
En dan is het tijd. Ik trek mijn oh zo sexy gevangenis jumpsuit van stug blauw materiaal aan: de inhoud van de blauwe zakken die we beneden aangereikt kregen. Beschermbril al net zo sexy over de ogen geschoven. En na een korte uitleg is het moment daar: we mogen gaan vulkaan boarden! Als gretige gerda sta ik als eerste klaar, voordat ik bedenk dat het wellicht een goed idee is om eerst te spieken hoe iemand anders naar beneden vliegt. En dus ga ik als numero dos de veel steiler dan gedacht uitziende helling af. De 100 km p/u haal ik bij lange na niet, maar vliegen doe ik wel. En af en toe op kijken naar het vulkanisch gebied dat voor mij uitrijst ook. Wat een kick!
Eerst gedachte beneden: Ik wil nog een keer!
CONCLUSIE VULKAAN BOARDEN: DOEN OF LATEN?
Vulkaan boarden bij Leon in Nicaragua is meer dan snel met een board naar benden racen. Het is een dagje weg uit de stad, een prachtige hike, genieten van uitzichtpunten en meer leren over het vulkanisch gebied. Het is een een combi tussen natuur én avontuur. En ja, er waren alléén maar medereizigers die de afdaling maakten. Maar is dat zo gek? Waarom zou een local een tourorganisatie betalen als ze het met hun zelfgemaakte boarden ook prima naar beneden komen. Afterall, zo doen ze dat al sinds het begin van de sport hier in 2004.
In conclusie: een tourist trap zou ik het niet noemen. Een actieve adrenaline-oppompende dag wel. Een dag die ik zeker opnieuw zou willen beleven. De klim, het uitzicht én het vulkaan boarden zelf maakten het dubbel en dwars waard. En dat is iets, wat mijn vriend ook had kunnen waarderen. Volgende keer beter – voor hem dan.
Ready to go? Kijk hier of er een accommodatie in Nicaragua is die jou bevalt:
Praktische informatie
|